{"id":1041,"date":"2019-01-01T21:12:35","date_gmt":"2019-01-01T20:12:35","guid":{"rendered":"https:\/\/01-mishandeling-advocaat.nl\/?page_id=1041"},"modified":"2019-01-01T22:26:02","modified_gmt":"2019-01-01T21:26:02","slug":"beoordelingskader-mishandeling","status":"publish","type":"page","link":"https:\/\/01-mishandeling-advocaat.nl\/beoordelingskader-mishandeling\/","title":{"rendered":"Beoordelingskader mishandeling"},"content":{"rendered":"
Mishandeling is niet in de wet nader gedefinieerd.\u00a0Daardoor rijst de vraag welke gevolgen onder de reikwijdte van mishandeling kunnen worden geschaard.<\/span>\u00a0<\/span>In de jurisprudentie van de Hoge Raad is dat wel nader uitgewerkt.\u00a0<\/span><\/p>\n De strafbaarstelling van mishandeling strekt ertoe de bescherming van de lichamelijke integriteit van de ander te beschermen. Dat brengt enerzijds mee dat het toebrengen van leed als zodanig, zonder een lichamelijke component, niet onder het bereik van art. 300 Sr valt. Zo is psychische mishandeling niet strafbaar. Mishandeling is derhalve te verdelen in 3 categorie\u00ebn:<\/p>\n Buiten twijfel staat dat het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn hieronder valt. In diverse arresten heeft de Hoge Raad zulks kort en krachtig verwoord. In\u00a0 HR 21 oktober 1935, NJ 1935, 125, overweegt de Hoge Raad dat in art. 300 Sr besloten ligt dat de iemand aangedane feitelijkheden pijn of letsel aan diens lichaam of gezondheid hebben veroorzaakt. Onder \u2018mishandeling\u2019 in de zin van art. 300 Sr moet niet alleen worden verstaan het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn – zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat -, maar onder omstandigheden ook het bij een ander teweegbrengen van min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam. Het opzettelijk toebrengen van ander “lichamelijk leed” dan pijn en letsel kan dus onder omstandigheden mishandeling\u00a0 opleveren. Van belang is wel dat de tenlastelegging wel als zodanig is uitgewerkt of dat de pijn uit de bewijsmiddelen volgt.<\/p>\n “dat verder het onder de vastgestelde omstandigheden een ander opzettelijk met geweld in een kanaal duwen, ten gevolge waarvan deze geheel nat en koud is geworden, door het Hof en den Pol.r. terecht als ‘mishandeling’ is aangemerkt, volgende dit niet alleen uit de taalkundige beteekenis van dit woord, doch ook uit de geschiedenis der totstandkoming van art. 300 Sr.; dat toch in het oorspronkelijke Regeeringsontwerp (art. 324) onder ‘mishandeling’ werd verstaan het door eenige daad aan een ander opzettelijk lichamelijk leed toebrengen of opzettelijk diens gezondheid benadelen; dat vervolgens de Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal betwijfelend, of het gebruik van de uitdrukking ‘lichamelijk leed’ wel in de Nederlandsche taal geoorloofd was, aan de Regeering de vraag heeft gesteld, of lichamelijk leed niet een contradictio in terminis vormde, ‘omdat leed alleen voor moreele smart gebezigd wordt’ (Smidt, II, 2e druk, blz. 475), en ook in verband daarmede voor het artikel een nieuwe redactie heeft aangegeven, welke door de Regeering is overgenomen en waarin het door eenige daad aan een ander opzettelijk lichamelijk leed toebrengen in den algemeenen term ‘mishandeling’ is opgegaan; dat, gelijk hieruit volgt, het niet de bedoeling is geweest dat de Commissie van Rapporteurs, dat met eenigen vorm van ‘lichamelijk leed’ bij de bepaling van hetgeen ‘mishandeling’ zou zijn, geen rekening zou mogen worden gehouden, met andere woorden: om de oorspronkelijke redactie in dien zin te beperken; dat nu, al kan worden toegegeven, dat alle leed psychisch is, zeer goed kan worden onderscheiden tusschen pijn of ander leed, dat in min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwordingen in of aan het lichaam eenerzijds en de eigenlijk gezegde gemoedsaandoeningen, voor zoover zij leed opleveren, anderzijds, zijnde blijkbaar bij den term ‘lichamelijk leed’ aan de eerstbedoelde gewaarwordingen te denken; dat derhalve niet alleen het veroorzaken van pijn, doch ook het opwekken van dergelijke ‘lichamelijke’ gewaarwordingen onder omstandigheden ‘mishandeling’ kan opleveren en dit ongetwijfeld zoo is in een geval als dit, waarin is telastegelegd en bewezen verklaard, dat de verdachte den getuige Lambert Hooyer opzettelijk met geweld in een kanaal heeft geduwd, tengevolge waarvan deze geheel nat en koud is geworden.”<\/p>\n De Hoge Raad overweegt hier dat niet alleen het veroorzaken van pijn, maar ook het opwekken van “min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwordingen in of aan het lichaam” onder omstandigheden mishandeling kan opleveren. De door het hof aan het arrest uit 1929 ontleende definitie betreft naar mijn mening niet een definitie van ‘pijn’, maar van ander lichamelijk leed dat tot mishandeling zou kunnen leiden.<\/p>\n Het duwen in het water komt echter in velerlei varianten voor, van jeugdig vermaak onder vrienden in een zwembad tot een fatale onvrijwillige duw van meer dan een meter hoog in ijskoud water, net boven het vriespunt, zoals aan de orde was in HR 6 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3606.12<\/a>\u00a0In een aantal gevallen zal een duw in het water geen pijn ten gevolge hebben, in andere wel, bijvoorbeeld in een situatie waarin de betrokkene van betrekkelijk hoge afstand in het water wordt geduwd en ongelukkig neerkomt.<\/p>\n Ook verminkingen kunnen, die niet per definitie pijnlijk hoeven te zijn, zoals het geval is bij het onvrijwillig afknippen van het hoofdhaar.<\/p>\n In Van Bemmelen\/Van Veen, Het materi\u00eble strafrecht, deel 3, achtste druk (1990), p. 39 wordt opgemerkt dat psychische \u201cmishandeling\u201d door sarren, vitten en kleineren niet onder art. 300 Sr. Valt. Zie ten aanzien van louter psychisch leed: Y.G.M. Baaijens-van Geloven, Is psychische mishandeling strafbaar?, in: Systeem in ontwikkeling (liber amicorum Knigge), 2005, p. 5-21.<\/p>\n De derde categorie van mishandeling is de opzettelijke benadeling van de gezondheid<\/p>\n <\/p>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":" Mishandeling is niet in de wet nader gedefinieerd.\u00a0Daardoor rijst de vraag welke gevolgen onder de reikwijdte van mishandeling kunnen worden geschaard.\u00a0In de jurisprudentie van de Hoge Raad is dat wel nader uitgewerkt.\u00a0 De strafbaarstelling van mishandeling strekt ertoe de bescherming van de lichamelijke integriteit van de ander te beschermen. Dat brengt enerzijds mee dat het […]<\/p>\n","protected":false},"author":1,"featured_media":0,"parent":0,"menu_order":0,"comment_status":"closed","ping_status":"closed","template":"","meta":{"_mi_skip_tracking":false},"yoast_head":"\n
\nAnderzijds noopt deze ratio er niet toe alleen inbreuken op de lichamelijke integriteit die zijn te kenschetsen als het toebrengen van pijn of lichamelijk letsel onder mishandeling te scharen. Aldus is van\u00a0mishandeling ook sprake in geval van min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwordingen van lichamelijke aard, ook als deze gewaarwordingen niet zijn te duiden als pijn of letsel, opzettelijke benadeling van de gezondheid daaronder begrepen<\/p>\n1. Mishandeling die pijn of letsel veroorzaakt<\/h3>\n
\nVervolgens overwoog de Hoge Raad in 1984 dat mishandeling is aan te merken als het opzettelijk aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn (HR 25 juni 1894, W. 6534)
\nIn zijn arrest van 5 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6690, NJ 2011, 466, m.nt. Keijzer geeft de Hoge Raad van de term ‘mishandeling’ een omschrijving die aansluit bij die in 1894:
\n“Onder ‘mishandeling’ in de zin van de art. 300-301 Sr moet worden verstaan het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat.”<\/span><\/p>\n<\/div>\n2. Mishandeling door het teweegbrengen van min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam<\/h3>\n
\n
\n
Psychische mishandeling is niet strafbaar<\/h3>\n
3. Opzettelijke benadeling van de gezondheid<\/h3>\n